Van Gastrojeritz via Fromista en Carrion de los Gondes naar Calzadilla de Cueza

Op tijd op om 6 uur was iedereen weg. Het bleef lang schemerig door de bewolking vermoed ik. Na 7 uur kon ik op pad langs de berg met daarop de resten van een oud kasteel. De weg was stil, het was een beetje fris en dik bewolkt met wind soms mee dan weer tegen. Na het nodige geklim kwam ik in Fromista. Onderweg nog enkele aquaducten bekeken. Lange betonnen bakken vaak op palen of op de grond om beregeningswater te kunnen aanvoeren. Vandaar dat veel rivieren droog staan. Je ziet hier naast eindeloze graanakkers ook meer zonnebloemen en bij een beek langs ook bieten. Vlak voor Fromista heb je Canal de Castilla een sluizen systeem met 49 sluizen dat staps gewijs boven elkaar is gebouwd om daarmee schepen over 200 km, 150 m te kunnen laten zakken. Er is 100 jaar over gebouwd maar nooit voltooid. Het water komt noordelijker uit de rivier Pisuerga en wordt voor irrigatie gebruikt. Het staat op de wereld erfgoed lijst. In Formista staat een goed bewaard gebleven Romaanse kerk. Vooral de vroegere kloosterkerk San Martin die een hoogte punt uit de Romaanse bouwkunst vormt. Waar de camino zo rijk aan is.  Met mooi gebeelhoude stenen figuren rondom onder de dakranden. De andere gotische kerk San Pedro heeft een groot St Jacobsbeeld als pelgrim afgebeeld uit de 16e eeuw. En 24 geschilderde panelen met duidelijke invloeden van grote Vlaamse meesters.​ ​​​ Ook is de patroon San Telmo van de zeevaarden is hier afgebeeld opvallend in deze erg droge streek! San Telmo werd hier in 1190 geboren. Het traditionele streekmenu is Menestra de Verdura. Ik ben er nog niet achter wat dit is. Hierna volgt een vrijwel boomlose vlakte, Tierra de Campos. Uitgestrekte graanvelden wat vlakker dan hiervoor. Dat hier vroeger voor de Middeleeuwen grote bossen waren kun je je niet voorstellen. Allemaal geveld voor de Spaanse armada. Je komt door of langs stille dorpen die onbewoond lijken maar dat valt mee. Veel huizen worden hier met sto en leemgebouwd met een witte of gele stuclaag. Dat betekend dat men regelmatig de leem en stro moet aanvullen. Weer een korte stop in Carrion de los Gondes. Ook een oude belangrijke pelgrim etape. Karel de Grote was hier ook na de strijd tegen de Moren. De grote Romaanse pelgrimkerk  Santa Maria del Camino uit de 12e eeuw valt niet te missen. In het grote portaal wordt het verhaal uitgebeeld dat in de tijd van de Moren er 100 maagden geschonken moesten worden. Een kudde woedende stieren heeft dat voorkomen. Vele terrassen in de stad. Na een brug de stad uit staat nog een oud klooster nu in gebruik als lux hotel. Het was nog koel rond de middag en Ik ben verder gereden naar Cadzilla de  Cueza. Cueza is de rivier in deze streek. Je heb de keuze om de brede N120 te volgen met aan beide wegzijde buiten de lijn een meter brede asfalt strook die op een enkele auto of trekker na geen verkeer had. Je kunt ook via allerlei dorpjes een meer slingerende route nemen. Ik had de wind in de rug en ben de grote weg gevolgd. Je heb onderweg een mooi overzicht over de streek en dit schoot lekker op. Na 18 km was ik op de eindbestemming voor vandaag. Cadzaldila de Cueza. Ik zag als eerste een hostel/ hotel en voor 35 euro had ik een kamer voor mezelf helemaal prima na die warm nacht hiervoor. Weer was ik op tijd binnen het begon wat te druppelen en een uurtje later te onweren en regenen. Bij het eten bleek er de groep uit de officiele pelgrimsherberg te zitten die krijgen hun maaltijd ook hier. Ik werd gevraagd om er bij te komen zitten. Het was een groep wandelaars uit Taiwan, Australie, Argentinie, Spanje en Duitsland. Prima gegeten, ook hier heeft de vriendelijke bediening een soort haast. Je kunt je voorgerecht amper opeten of de borden worden geruimd en de hoofdmaaltijd wordt meteen geserveerd. Het geheel met 3 biertjes koste me 14 euro!

Opvallend hier is dat om 10 uur vanavond beneden alle lichten uit zijn iedereen is weg. Je kunt zo je zelf achter de bar bedienen en bij de receptie stond ook alles nog aan.

Morgen verder

Wordt vervolgd.